Image Image Image Image Image Image Image Image Image

14 november 2022 | By |

Krapte op de arbeidsmarkt?

Investeer in de medewerker van de toekomst!

In een arbeidsmarkt die extreem krap is en dat de komende tijd waarschijnlijk nog zal blijven, is het werven van nieuwe medewerkers voor bedrijven één van de grootste uitdagingen. Investeren in de medewerkers van de toekomst kan dan een grote meerwaarde bieden. Het aannemen van stagiair(e)s is één van de manieren waarop bedrijven dit kunnen doen. Maar waar moet je als bedrijf rekening mee houden als je een stagiair(e) aanneemt? In gesprek met de onderwijsinstellingen zette Logistiek Platform ’s-Hertogenbosch het op een rij.

1. Investeer nu in de toekomst

Willen we in de logistieke sector in de toekomst nog voldoende mensen hebben, dan zullen we daarin moeten investeren. Daar kun je, volgens Abdel Moussati van de Bossche Vakschool (vmbo), niet vroeg genoeg mee beginnen. “De logistiek als richting is binnen het vmbo en dus ook bij onze school relatief onbekend. Aandacht vanuit bedrijven, bijvoorbeeld in de vorm van snuffelstages of gastlessen, helpt erg om de sector beter op de kaart te krijgen. Zo hebben bedrijfswagendealers, truckland en Scania, geregeld gastlessen bij ons verzorgd en hebben zij bedrijfsbezoeken aangeboden. Een aantal jongens was daar erg door getriggerd, één van hen wil zelfs niks anders meer! Ook staan bedrijven hier soms met open dagen. Je hebt het dan over groep 8-leerlingen die je aan het enthousiasmeren bent. Dat is heel vroeg, maar het werkt écht om de sector te versterken. En het werkt om de breedte van het vak te laten zien. Op dit moment kiezen er per schooljaar drie of vier leerlingen voor de richting Transport na het vmbo. De meeste daarvan willen chauffeur worden. Terwijl: het is natuurlijk veel meer dan dat. Bedrijven kunnen dat laten zien.”

Bij het Koning Willem I College hebben mogelijke stagiair(e)s al gekozen voor de logistiek, op het moment dat ze gaan stage lopen. “Wij bieden onder de noemer ‘Mobiliteit & Logistiek’ verschillende opleidingen”, vertelt Paul van Schayk van het Koning Willem I College (mbo). “Dat gaat van vrachtwagenchauffeur tot specialist transport en logistiek. Er zijn studenten die vorig jaar ergens stage liepen en nu bij datzelfde bedrijf werken. Het loont dus voor bedrijven om in stages te investeren.”

Ook studenten op de Avans associate degree-opleiding (een opleiding tussen mbo-niveau 4 en hbo-bachelor in) hebben al gekozen voor de logistiek op het moment dat ze starten met hun opleiding. “Van bedrijven vergt het begeleiden van stagiair(e)s soms best een investering”, vertelt Ed Kooijman van Avans. “Daar tegenover staat dat de bedrijven die kiezen voor een eerstejaars stagiair(e) wel een allereerste blik kunnen werpen op onze studenten: waar zit het talent? En dat ze daar, met de enorme krapte op de arbeidsmarkt, uiteraard hun voordeel mee kunnen doen.”

 

“Bedrijven die kiezen voor een eerstejaars stagiair(e) kunnen als eerste een blik werpen op onze studenten: waar zit het talent? En daar kunnen ze vervolgens uiteraard hun voordeel mee doen.” Ed Kooijman – Avans Associate degree

2. Onderhoud warme contacten

Zowel de bedrijven binnen Logistiek Platform ’s-Hertogenbosch als de onderwijsinstellingen spreken stellig deze visie uit: warme contacten tussen scholen en bedrijven bieden een grote meerwaarde tijdens alle fases van het stagetraject. Dat begint al met het matchen van student en bedrijf en eindigt pas als de stage is afgerond. En júíst als de stage onverhoopt niet goed verloopt, is een warm contact tussen onderwijsinstelling en bedrijf van groot belang. 

“Wij hadden vaste samenwerkingen met zo’n 100 bedrijven en hebben dat voor komend schooljaar met nog eens zo’n 20 bedrijven uitgebreid, waaronder SMART HUB Logistics uit Den Bosch”, vertelt Ed Kooijman. “Vanaf dag 1 draaien studenten bij ons projecten binnen bedrijven, dus we zijn altijd op zoek naar meer bedrijven waarmee we kunnen samenwerken. Bij het allereerste stagetraject van onze studenten maken wij de match. Niemand is gebaat bij een slechte ervaring, dus het is in ieders belang dat die klik er is. Een goede relatie met het stagebedrijf is daarbij essentieel. Het zorgt ervoor dat wij de kwaliteit van de stage kunnen borgen voor iedereen, voor student én bedrijf. Hoe beter de relatie met het bedrijf, hoe beter wij de match kunnen maken.”

Bij het Koning Willem I College denken ze hier net zo over: “Om contact te leggen tussen bedrijven en ons als onderwijsinstelling, organiseren wij samen met bedrijven in ons netwerk regelmatig een stagemarkt”, vertelt Hans Dierx van het Koning Willem I College. Die dag bestaat uit een aantal speeddates tussen studenten en bedrijven, maar ook uit ‘fictief solliciteren’, waarbij studenten het gesprek aangaan met drie bedrijven. Het bedrijf leert zo de student dan goed kennen; er wordt echt een connectie gemaakt.” “Belangrijk voor ons is dat we een goede relatie leggen met bedrijven”, vult Paul van Schayk aan. “Kennismaken, tijd in elkaar investeren. Dat helpt óók op het moment dat er iets is. Bij zorgstudenten kan het bijvoorbeeld nuttig zijn om er twee begeleiders op te zetten vanuit een bedrijf. Als je een goede band hebt met elkaar, kun je dat soort dingen gemakkelijker bespreken. Wij gaan overigens altíjd voor een open sfeer. Wij hopen dat bedrijfsbegeleiders in openheid vragen en twijfels naar ons durven uiten als ze die hebben op pedagogisch of didactisch gebied. We springen dan graag bij. Die open sfeer willen we zowel naar praktijkbegeleiders als naar studenten realiseren. Daarvoor is het nodig dat we sterk werken op relatie.”

 

“Wij willen naar zowel praktijkbegeleiders als studenten een open sfeer realiseren. Daarvoor is het nodig dat we sterk werken op relatie.” Paul van Schayk – Koning Willem I College

 

3. Weet wie je voor je hebt en wat je kunt verwachten

Niet iedere leerling of student is hetzelfde. Sterker nog: er zitten grote verschillen tussen de stagiair(e)s die de Bossche opleidingen kunnen bieden. Wat kun je precies verwachten?


Vmbo: snuffelen en meelopen
“Onze leerlingen zijn tussen de 13 en 16 jaar oud”, vertelt Abdel Moussati. “Tijdens hun snuffelstages is het vooral belangrijk dat ze kunnen meelopen, proeven van de werkvloer en snuffelen aan verschillende beroepen. Waar wij tegenaan lopen, is dat bedrijven vaak denken dat er een volwaardige medewerker aankomt. Maar onze leerlingen zijn nog heel jong, het zijn echte ‘doeners’ én ze zijn bovendien gewend aan een ‘zapcultuur’. De meesten verliezen snel hun aandacht. Het is dus de kunst om ze wel te prikkelen, maar niet te overvragen. Wij hebben twee soorten stages: een verplichte snuffelstage van twee weken en de zogenaamde lintstage. Bij deze laatste komt een leerling uit het derde of vierde leerjaar één dag in de week werken bij een bedrijf. Aangezien deze leerlingen vaak aanpakkers zijn, kunnen bedrijven daar zeker iets van verwachten op de langere termijn. De snuffelstage is écht een oriënterende stage: het belangrijkste is dat leerlingen ontdekken wat er op de arbeidsmarkt ‘te koop’ is.”

In het kort:
– 13-16 jaar
– Verplichte snuffelstage van twee weken
– Niet-verplichte lintstage in derde of vierde leerjaar: één dag per week voor zes maanden


Mbo: van meelopen tot zelfstandig werken
“Onze studenten zijn meestal 16 tot 20 jaar”, vertellen Paul van Schayk en Hans Dierx. “Er is daarnaast verschil tussen de diverse niveaus binnen onze opleiding. Een student op niveau 3 of 4 kan vaak zelfstandiger werken. Een student van niveau 2 moet vaak echt beziggehouden worden en aan de hand meegenomen worden. Zeker als het gaat om een stage in het eerste half jaar. Ze moeten echt nog leren wat het betekent om een werknemer te zijn. Dat ze op tijd moeten zijn, werkschoenen aan moeten doen, hoe ze om moeten gaan met collega’s en wat ze moeten doen als ze even niks te doen hebben. Dat wéten ze simpelweg nog niet. Daarom is het belangrijk dat iemand ze dat vertelt. Wij leggen van tevoren schriftelijk vast wie het aanspreekpunt is voor de leerling. En uiteraard moet ook de leerling zelf dit weten.”

“Daarnaast is het van belang dat bedrijven waar wij mee samenwerken rekening houden met de eigenschappen van de ‘werknemers’ die ze via ons in huis halen. Onze studenten zijn 16 of 17 jaar, die mogen bijvoorbeeld niet na 23u werken. Ook mogen ze bijvoorbeeld geen 60 uur werken, waarbij schooltijd óók meetelt. En om 8.30u op school moeten zijn na een nachtdienst, dat kan dus ook niet. Daarbij moeten wij studenten overigens vaker afremmen dan dat we ze hoeven te stimuleren: de meesten werken hard en graag.”

In het kort:
– 16 tot 20 jaar
- Stages alleen relevant bij BOL, beroepsondersteunende leerweg, bij BBL is er een arbeidsovereenkomst tussen student en bedrijf
– Stages in verschillende leerjaren variërend van twee dagen per week tot drie of vier dagen per week


Associate degree: projecten en (kleinschalige) onderzoeken
“Onze studenten zijn meestal 16 tot 20 jaar”, vertellen Paul van Schayk en Hans Dierx. “Er is daarnaast verschil tussen de diverse niveaus binnen onze opleiding. Een student op niveau 3 of 4 kan vaak zelfstandiger

“De Avans Associate degree is een opleiding tussen mbo 4 en hbo (bachelor) in”, vertelt Ed Kooijman. “Onze studenten hebben een goed stel hersens, maar willen op een andere manier leren dan op theoretische en soms afstandelijke hbo’s. De Associate degrees zijn tweejarige hbo-opleidingen, waarbinnen de praktijk centraal staat. De theoretische kennis die ze bij ons opdoen, is altijd gelinkt aan een project dat ze doen bij een bedrijf. De ene helft van de tijd voeren studenten projecten uit binnen een bedrijf, de andere helft van de tijd werken ze aan de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor deze projecten. Stap voor stap worden de projecten serieuzer en zwaarder. Als bedrijven een student van ons aannemen, moeten ze zich goed realiseren, dat zo’n stage dus altijd in functie staat van een project op school. Meewerken is prima, het zorgt voor vertrouwen en het leidt ertoe dat studenten processen gaan begrijpen, maar onze stages zijn nooit puur meewerkstages.”

In het kort:
– 18 tot 23 jaar
- Stages in verschillende leerjaren variërend van twee dagdelen per week, in groepjes van drie, tot fulltime afstudeerstage
– Student moet bepaalde mate van verantwoordelijkheid krijgen van bedrijf
– Begeleiding op ten minste hbo-niveau
– Bij afstudeerstage: de opdracht moet tot een significante verandering binnen het bedrijf leiden
- Bij afstudeerstage geldt daarnaast een minimale grootte van het bedrijf

 

4. Geef leerlingen en studenten de kans

Uiteraard zijn niet alle stages succesvol. Toch loont het om ook bij wat moeizamere trajecten extra tijd en moeite te investeren in de leerling of student. Deze jongeren moeten immers nog veel leren en daarom kan het soms nodig zijn dat bedrijven hen een tweede kans geven. “Als leerlingen het lastig vinden om de stageperiode tot een goed einde te brengen, en ze slagen uiteindelijk tóch, dan vind ik dat heel mooi om te zien”, vertelt Léon Koolen van Jeroen Bosch Ziekenhuis daarover. Ook Martin Smits van SPS heeft hier ervaring mee: “Mochten er problemen zijn, dan pakken we dat aan. Dat lukt eigenlijk altijd wel. Wij laten niemand glippen. Ik vind het mooi om te zien als leerlingen of studenten, ook als het mis dreigt te gaan, uiteindelijk groeien als mens.” Als bedrijf sta je hierin niet alleen: vanuit de onderwijsinstelling wordt in die gevallen de begeleiding opgeschroefd. “Hoe moeilijk een situatie of een student ook is, we proberen hem of haar altijd zoveel mogelijk binnen het onderwijstraject te houden”, vertelt Paul van Schayk. “Er zijn dan extra begeleiders rondom zo’n student actief, en soms zelfs de gemeente. Dat is een flinke investering, maar wel één die je niet kúnt verliezen.” Dat is ook de visie van Abdel Moussati: “Er lopen bij ons échte pareltjes rond, loten uit de loterij. Het kost tijd en energie om ze te begeleiden en je weet niet of het iets oplevert, maar als je als bedrijf vaker lootjes trekt, dan kan het winnende lot zomaar bij jouw bedrijf terechtkomen.”

 

“Er lopen bij ons échte pareltjes rond, loten uit de loterij. Als je als bedrijf vaker lootjes trekt, dan kan het winnende lot zomaar bij jouw bedrijf terechtkomen.” Abdel Moussati – Bossche Vakschool


Bron: Avans Academie Associate degree

5. Zorg voor de juiste begeleiding

Een succesvolle stage staat of valt met de juiste begeleiding. Bij Avans moet de begeleider vanuit het bedrijf ten minste hbo-niveau hebben. “Op die manier weten we zeker dat een student goed met zijn of haar begeleider kan sparren”, zegt Ed Kooijman. “In mijn ogen kan een stagebegeleider binnen een bedrijf op twee manieren goed zijn: hij of zij kan genoeg kennis hebben, een duidelijke opdracht geven, verantwoordelijkheid bij de student leggen en veel aandacht aan de student besteden. Maar hij of zij kan ook intrinsiek gemotiveerd zijn om iemand te laten groeien, gericht zijn op ontwikkeling, een student weten te motiveren en hem of haar laten opbloeien. Dat laatste vergt wel wat van stagebegeleiders. Zij moeten zich realiseren dat een student onvolwassen is, fouten maakt en soms uit de bocht vliegt. Een goede begeleider laat de student nadenken waaróm iets gebeurd is. Zo’n vraag leidt voor de student tot een cruciaal leermoment.” Ook door Koning Willem I College wordt betrokkenheid genoemd als eigenschap van een goede begeleider. “Sommige ‘probleemjongeren’ hebben moeite om school te doorlopen, maar helemaal niet met werken”, vertelt Hans Dierx. “Dat soort studenten vraagt om een stagebegeleider die dat ziet en hen helpt om door dat examen heen te komen. Stagebegeleiders kunnen daar zó’n grote rol in spelen.”

 

6. Denk buiten de kaders

Heb je als bedrijf geen tijd, ruimte of mankracht om een stagiair te begeleiden? Denk dan ook eens aan bijvoorbeeld gastlessen op scholen. Of aan een presentatie op een open dag. Dat is niet alleen waardevol om leerlingen en studenten iets bij te brengen, maar vooral ook om ze te enthousiasmeren voor de logistieke sector. Een andere optie is om één van de leden van het Logistiek Platform te vragen of hij of zij bij kan springen bij de begeleiding. Dat is binnen het platform al vaker gebeurd en succesvol gebleken. Door buiten de kaders te denken, maken we samen meer mogelijk. En investeren we samen in een gezonde arbeidsmarkt voor de logistiek van de toekomst!

 

7. Zorg waar nodig voor voldoende ondersteuning

Niet iedere stage loopt zoals gepland. Dan is het volgens de bedrijven belangrijk dat er bijvoorbeeld geschoven kan worden met contactmomenten of extra begeleiding gegeven kan worden. “Voor ons is het belangrijk dat als er issues zijn, dat de school dat mee oppakt”, zegt Guido Handels daarover. Ook Léon Koolen geeft dit aan: “Wij verwachten van scholen en begeleiders dat ze ondersteuning bieden en ons een handje helpen als dat nodig is. Maar ook dat we gezamenlijk snel schakelen als er iets is.” Net zoals Léon Koolen ziet ook Martin Smits hierin, naast een taak voor docenten, een taak voor het stagebedrijf zelf: “Mochten er motivatieproblemen zijn of ze komen niet op tijd, dan pakken we dat aan. Dat lukt eigenlijk altijd wel. Wij laten niemand glippen. Dan worden ze op dat moment wat intensiever door ons begeleid. En we koppelen het terug naar de school. Wij willen zelfstandige mensen maken, maar als ze dat extra zetje nodig hebben, dan gaat dat hier wel redelijk natuurlijk.”

 

“Als een opdracht afwijkt van het klassieke model, is het belangrijk dat docenten daarop meebewegen. Logistiek is 80% standaard, maar afwijkend, nieuw en spannend is leuker!” Frank Bruurs – SMART HUB Logistics

 

8. Toon flexibiliteit

Niet iedere stage past binnen het boekje. Soms is een student creatief, innovatief en wil hij of zij de dingen nét anders doen. Kwaliteiten die soms lastig passen binnen een onderwijsprogramma, maar volgens de bedrijven (mits goed uitgevoerd) júíst aangemoedigd moeten worden, omdat er behoefte is aan innovatieve medewerkers in de toekomst. “Het is goed als docenten zich realiseren dat de theorie niet altijd matcht met de praktijk” zegt Frank Bruurs hierover. “Juist dáár zit de toegevoegde waarde: dát is de ervaring die je moet opdoen. Het is dan belangrijk dat docenten mee kunnen bewegen, uiteraard naast het traditionele stuk, waarvan ik begrijp dat het moet gebeuren. Dat ze kennis hebben van wáár de opdracht afwijkt van het klassieke model en daarop mee kunnen bewegen. Logistiek is 80% standaard, maar afwijkend, nieuw en spannend is leuker!”

 


 

Landelijke Dag voor de Logistiek

Op 18 november 2022 vindt op het Koning Willem I College de Landelijke Dag voor de Logistiek (LDL) plaats. Die dag komen docenten en teamleiders van het vak logistiek in ’s-Hertogenbosch bijeen. Leden van het Logistiek Platform hebben spontaan hun medewerking toegezegd. Circa tien bedrijven uit Den Bosch (en omgeving) geven een rondleiding: SPS/Rustoleum, Heineken, Smart Hub Logistics, BCTN Den Bosch, Brouwers Logistics, DHL Parcel, Jumbo, Alliance Healthcare (Veghel), MHS Global en Holweg Logistics. Daarnaast verzorgen H&B Logistics, Heineken, Van Berkel Logistics, Vijf Sterren Logistiek en Logistics Community Brabant ook een workshop.

“Speerpunt voor de LDL zijn de trends, innovaties en veranderingen in de logistiek die wij als docenten in ons onderwijs mee zouden moeten nemen om onze studenten, de (toekomstige) werknemers in de logistiek, op de best mogelijke manier voor te bereiden op hun toekomstige baan/werkveld,” zegt Monika Kirste van het Koning Willem I College hierover. Een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven in het logistieke veld!