Image Image Image Image Image Image Image Image Image

28 juli 2016 | By |

Werken aan de toekomst van de logistiek

Een gezonde branche begint met goed geschoold personeel. Maar wat moet logistiek personeel eigenlijk kunnen? En misschien nog wel belangrijker: wat moet het personeel van de toekomst straks kunnen? Met deze en andere vragen houdt Tinus Bunthof, Directeur van de afdeling Mobiliteit & Logistiek op het
Koning Willem I College, zich bezig.

Het ROC Koning Willem I College biedt logistieke opleidingen op verschillende
(MBO-)niveaus. Afhankelijk van wensen en capaciteiten worden leerlingen geschoold tot chauffeur goederenvervoer, logistiek medewerker, logistiek teamleider, logistiek supervisor of manager transport en logistiek. De opleidingen worden binnen verschillende leertrajecten aangeboden. Zo zijn er het BBL-traject (beroepsbegeleidende leerweg), waarbij de leerling één dag in de week naar school gaat en de rest van de week werkt, en het BOL-traject (beroepsopleidende leerweg), waarbij de leerling scholing combineert met een stageplek. Ook is er de ‘gewone’ vierjarige voltijdopleiding tot manager transport en logistiek, die (indien gewenst) na afronding toegang geeft tot een studie op HBO-niveau.

 

Artikel-item

Opleiden voor deze regio

“Als opleidingsinstituut volgen wij de ontwikkelingen in de maatschappij op de voet,” vertelt Tinus Bunthof. “We willen onze leerlingen immers zo goed mogelijk voorbereiden op wat er straks in het werkende leven van hen verwacht wordt. Door deelname aan het Logistiek Platform ’s-Hertogenbosch houden we, nog meer dan voorheen, voeling met de logistieke branche in Den Bosch en omgeving. We weten dat de meerderheid van onze leerlingen blijft wonen in zijn of haar geboortestreek. We kunnen hen dus heel specifiek voor deze regio opleiden.”

Deze regio kent volgens Bunthof specifieke eisen en mogelijkheden. “We hebben hier bijvoorbeeld te maken met het JBZ, een redelijk druk treinstation en een containerterminal, die de ‘kleuring’ van onze opleidingen deels bepalen. Van grote en internationaal opererende bedrijven als Heineken en Würth leren wij welke richting de logistieke branche uitgaat en welke behoeften er liggen op het gebied van personeel. Door de goede contacten binnen het platform, kunnen we daar als opleiding nog beter op inspelen.”

 

“Door de goede contacten binnen het platform, kunnen we als opleiding nog beter inspelen op ontwikkelingen in de branche.”

 

Branche-imago

Ook het netwerken, kennis vergaren over de samenwerkingsverbanden in de regio en het gemakkelijker vinden van bijvoorbeeld specifieke stageplekken zijn volgens Bunthof voordelen van deelname aan het platform. Maar er spelen volgens hem in de branche ook kwesties die niet zo gemakkelijk op te lossen zijn. “De instroom van nieuwe leerlingen voor onze logistieke opleidingen is op dit moment erg laag. Ik ben ervan overtuigd dat dat te maken heeft met het imago van de branche. Het is eigenlijk een kip-en-ei-verhaal. Op dit moment bestaat er geen noodzaak tot scholing om in de branche aan de slag te kunnen: iedereen die handen heeft, kan (op het laagste niveau) werken. Bedrijven moeten wel ongeschoolde krachten aannemen, want er loopt te weinig goed personeel rond en het werk moet toch gedaan worden. Tegelijkertijd schaadt dit het imago van de branche: het zorgt ervoor dat jongeren het gevoel hebben dat de logistiek een branche is waar je niks voor hoeft te kunnen en waarin een opleiding dus niet nodig is. De aanwas van nieuwe leerlingen wordt hierdoor belemmerd, waardoor er nog minder goed geschoold personeel komt, enzovoorts. Ik denk dat de kentering moet zitten bij de eisen die bedrijven stellen aan logistiek personeel. Die eisen moeten duidelijk zijn en werknemers die niet aan de eisen voldoen, zouden niet aangenomen moeten worden. Maar de praktijk blijkt helaas weerbarstiger te zijn, om begrijpelijke redenen.”

 

Spaans en Chinees

De samenwerking binnen het platform kan volgens de heer Bunthof bij dit soort kwesties van betekenis zijn. “Daarnaast zie ik ook voor de toekomst volop mogelijkheden. Onze branche verandert voortdurend, en dus verandert ook de manier waarop wij onze leerlingen voorbereiden op het werk in de branche. Als straks bijvoorbeeld vrijwel alle handelingen in magazijnen geautomatiseerd zijn, heb je dan niet eigenlijk ICT’ers nodig? En is het nog van deze tijd dat we bijvoorbeeld Engels en Duits aanbieden, of moet dat in de toekomst Spaans en Chinees worden? Welke kennis van andere culturen is er nodig om in een internationaal opererende organisatie te functioneren? Deze en vele andere vragen kunnen wij binnen het platform bespreken. Zo werken we samen aan de toekomst van de logistiek.”